Lezing door Lourdes Arizpe Assistent Directeur-Generaal voor Cultuur bij Unesco, Frankrijk. Tot 1994 lid van de Wereldcommissie voor Cultuur en Ontwikkeling. Laat ik beginnen u namens de heer Javier Pérez de Cuéllar, voorzitter van de Wereldcommissie voor Cultuur en Ontwikkeling, en de heer Federico Mayor, directeur-generaal van de UNESCO, te feliciteren met het uitstekende initiatief om deze conferentie te organiseren. Helaas konden geen van beiden hier vandaag aanwezig zijn, maar het is mij een voorrecht hen te mogen vertegenwoordigen. Namens hen kan ik u zeggen dat de UNESCO groot belang hecht aan deze conferentie. De belangrijkste taak die de UNESCO zich heeft gesteld als follow-up van het rapport van de Wereldcommissie is om een krachtig proces op gang te zetten voor een discussie op nationaal, regionaal en internationaal niveau, waarbij het rapport kan worden aangewend om een belangrijke boodschap over te brengen: zonder de kracht van cultuur is duurzame ontwikkeling onmogelijk. Deze conferentie kan een mijlpaal zijn op dit pad. Opmerkingen, kritiek en vragen Aangezien ik momenteel onderdirecteur-generaal voor cultuur van de UNESCO ben en bovendien zitting heb gehad in de Commissie en nog steeds deelneem aan haar beraadslagingen, kan ik vanuit een dubbel-bevoorrechte positie spreken. Het is echter tevens een grote uitdaging om te reageren op uw commentaar, vragen en kritiek.
|
|
|||||
Het mobiliseren van de kracht van cultuur de titel van uw conferentie is bijzonder goed gekozen stelt ons allen voor een grote uitdaging. Meer dan ooit zijn we ons ervan bewust dat de kracht van cultuur de loop van de ontwikkeling, en zelfs van de geschiedenis, kan beïnvloeden. We leven in een tijd van onbestendige en onevenwichtige veranderingen, vol nieuwe mogelijkheden, maar ook met toenemende ongelijkheid. Het was absoluut noodzakelijk om het begrip ontwikkeling te verruimen. Cultuur neemt een belangrijke plaats in op de beleidsagenda van mensen en samenlevingen overal ter wereld, aangezien men beseft en hier citeer ik de openingszin van de samenvatting van het rapport dat ontwikkeling die is gescheiden van haar menselijke of culturele context als groei zonder ziel is. Overwegingen op het gebied van milieu, sekse en sociale onderwerpen zijn al deel gaan uitmaken van het denken over en de praktijk van ontwikkeling. Het plaatje is echter nog niet compleet. De erkenning van de intrinsieke rol van cultuur in het ontwikkelingsproces moet binnen de context van een nieuwe visie op menswaardige ontwikkeling verder worden uitgediept. Naar mijn mening is De kracht van cultuur een belangrijke stap in deze richting. Zoals u, meneer Pronk, hebt opgemerkt, geeft het boek nauwkeurig de vele verbanden aan tussen cultuur en ontwikkeling, en vormt het daarmee een uitstekend referentiekader voor zowel onderzoek als discussie een discussie die niet beperkt zou moeten blijven tot alleen beleidsmakers.
|
|
|||||
Daar waar volken zich overal ter wereld in een nooit eerder vertoonde mate met elkaar waren gaan vermengen in geestelijk opzicht door middel van telecommunicatie en telematica, in geografisch opzicht door migraties raakte men in toenemende mate verbonden met structuren die leidden tot empowerment en participatie. Toch maakte het wereldsysteem zelf op veel mensen een steeds onevenwichtiger, onduidelijker en onsamenhangender indruk, waardoor velen zich op de cultuur gingen richten als toevluchtsoord, of nog erger, als wapen voor verschillende vormen van extremisme. Zoals staatssecretaris Aad Nuis zeer terecht heeft opgemerkt, kan cultuur worden gebruikt als een pantser. Een pantser biedt bescherming, maar sluit ook af. En hoe meer de mens zichzelf afsluit terwijl tegelijkertijd de interacties van mensen over de hele wereld toenemen des te meer zal dit pantser slechts zelfopgelegde marginalisering en uitsluiting tot gevolg hebben. De andere metafoor die hij gebruikte om de rol van cultuur te omschrijven die van de ruggengraat van ontwikkeling is al even toepasselijk. Het komt dikwijls voor dat cultuur wordt gebruikt om economische groei te bevorderen, bijvoorbeeld op het gebied van kunstnijverheid, die voor veel gemeenschappen een bron van inkomsten vormt. Cultuur wordt ook aangewend ter bevordering van sociale cohesie (wat tegenwoordig sociaal kapitaal wordt genoemd), waardoor het succes van ontwikkelingsprojecten kan worden vergroot. Een voorbeeld daarvan is het internationale commerciële succes van de Otavalo-indianen in Ecuador. Laat ik eerst enkele kernpunten bespreken uit De kracht van cultuur, het rapport van de Wereldcommissie voor Cultuur en Ontwikkeling. De eerste belangrijke boodschap van het rapport is dat ontwikkeling niet alleen toegang tot goederen en diensten behelst, maar ook de mogelijkheid om een bevredigender, waardevoller en gewaardeerder bestaan te kiezen in de maatschappij. Cultuur kan niet zoals dikwijls wordt gedaan worden gereduceerd tot de ondergeschikte positie van instrument ten bate van economische groei. De rol van cultuur is niet beperkt tot die van middel om materiële doeleinden te bereiken, maar is de sociale basis van dat doel zelf. Met andere woorden: cultuur is zowel een middel tot materiële vooruitgang als het doel van ontwikkeling, in de zin van de ontplooiing van de mensheid in al zijn vormen en als geheel.
|
|
|||||
De Commissie is ook van mening dat de intensieve culturele interactie ten gevolge van mondialisering niet alleen nieuwe wegen opent voor culturele uitwisseling, maar ook een bron van conflicten kan zijn. Wereldomspannende vormen van telecommunicatie hebben er over de hele wereld toe geleid dat veel mensen het idee hebben dat er een proces van gelijkschakeling van culturele waarden en levensstijlen aan de gang is. Ten gevolge hiervan is in de politiek vaak een sterke nadruk ontstaan op differentiatie, waardoor zowel individuen als volken op zoek zijn gegaan naar elementen die hen van anderen onderscheiden. In de nieuwe eenheidscultuur trachten mensen hun plaats te vinden door zich te richten op het meest nabije en vertrouwde instrument dat ze kennen, en waar iedereen mee vertrouwd is: de cultuur waartoe ze van oudsher behoren. Opstandige volken en hun leiders trachten in veel landen op krampachtige wijze terug te keren naar tradities uit het verleden. Kan cultuur de kloof dichten tussen regionale identiteit, etnische of religieuze bindingen, nationaal burgerschap en, in sommige gevallen, macro-regionale loyaliteiten? Overal ter wereld doen zich op elk van deze niveaus heftige conflicten voor, hetgeen doet vermoeden dat we te maken hebben met een chaotische worsteling om identiteit. De druk waaronder de sociale en politieke structuur van nationale staten overal ter wereld heeft te lijden, is een van de belangrijkste nieuwe uitdagingen geworden, die zelfs direct te maken heeft met het uitgangspunt van de Verenigde Naties. De keerzijde van de culturele medaille is het potentieel waar de Commissie grote nadruk op legt om een gelaagd systeem op te zetten van culturele loyaliteiten, waarin mensen zowel tot een lokale of micro-regionale culturele groep kunnen behoren als tot een gemeenschap van burgers. De Commissie beschouwt cultuur, de basis van gezamenlijke herinneringen en identiteit, als de belangrijkste kracht om een nieuw gevoel van betrokkenheid en nieuwe manieren van samenleven te creëren. Als cultuur voor kracht en cohesie moet zorgen en de structuur moet verschaffen die individuen in staat stelt samen te werken, is cultureel pluralisme geen doel op zich. De erkenning van verschillen is in de eerste plaats een voorwaarde voor dialoog en dus voor het opbouwen van een nieuwe wereld van volken die van elkaar verschillen. Zoals Mahatma Gandhi in zijn onovertroffen eenvoud heeft gezegd: Ik wil niet dat mijn huis aan alle kanten ommuurd is en mijn ramen dichtgestopt zijn. Ik wil de culturen van alle landen zo vrij mogelijk rond mijn huis laten waaien. Maar ik weiger om me door een daarvan omver te laten blazen. De Commissie en haar werk Voordat ik dieper in zal gaan op enkele van deze ideeën en ze in verband zal brengen met de themas van deze conferentie, wil ik eerst iets zeggen over het ontstaan en de werkwijze van de Wereldcommissie voor Cultuur en Ontwikkeling. Zoals u allen weet, kunnen de Verenigde Naties bogen op een lange traditie van onafhankelijke commissies, die werden opgericht om beleidsopties en vraagstukken op mondiaal niveau te bestuderen. En zoals u ook weet, beseften velen tegen het eind van de jaren tachtig dat ontwikkeling een veel complexer proces is dan aanvankelijk was gedacht. Ontwikkeling kon niet langer meer worden beschouwd als een simpel, rechtlijnig proces, want dit zou onvermijdelijk tot gevolg hebben dat culturele verscheidenheid en experimenteerdrift zouden verdwijnen, met het grote gevaar dat de creatieve capaciteit van de mensheid op een gevaarlijke wijze zou worden beperkt. Als reactie hierop had er overal ter wereld al een sterke culturele diversificatie plaatsgevonden, versterkt door het besef dat de menselijke beschaving bestaat uit een mozaïek van verschillende culturen. Deze evolutie in het denken was in sterke mate het gevolg van politieke emancipatie; naarmate het nationaal besef toenam, gingen veel volken hun eigen levenswijze zien als iets waardevols, een recht, een verantwoordelijkheid en een kans. Dit betekende dat ze vraagtekens gingen zetten achter referentiekaders waarin aan één enkel stelsel van waarden en normen regels werden ontleend die als universeel zouden moeten worden beschouwd, en dat ze begonnen het recht op te eisen om andere versies van modernisering te ontwikkelen. In het kader van het Werelddecennium voor Culturele Ontwikkeling (1988-1997) ontstond het idee dat het tot de verantwoordelijkheid van de UNESCO behoorde om klaarheid te brengen in deze vraagstukken en om een internationaal proces in gang te zetten, vergelijkbaar met wat de Commissie-Brundtland had gedaan op het gebied van milieu en ontwikkeling. Vanaf het begin hebben landen als Nederland ten volle steun verleend (ook in financieel opzicht) aan dit ambitieuze project. Laat me daarom deze gelegenheid te baat nemen om onze diepe dankbaarheid aan uw regering uit te spreken voor haar steun in heden en verleden. In 1991 verzocht de Algemene Vergadering van de UNESCO de directeur-generaal, in samenwerking met de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, een onafhankelijke Wereldcommissie voor Cultuur en Ontwikkeling te vormen om een Wereldrapport over Cultuur en Ontwikkeling uit te brengen en voorstellen te doen voor zowel spoedeisende als lange-termijnacties, teneinde in de context van het ontwikkelingsvraagstuk in culturele behoeften te voorzien. In december 1992 werd deze onafhankelijke Commissie door de UNESCO en de Verenigde Naties geïnstalleerd. Javier Pérez de Cuéllar, secretaris-generaal van de Verenigde Naties van 1983 tot 1991, werd tot voorzitter benoemd; verder bestond de Commissie uit vooraanstaande deskundigen uit de hele wereld. Onder de ereleden bevonden zich vier Nobelprijswinnaars. De UNESCO en de Verenigde Naties verzorgden het secretariaat van de Commissie. Tussen maart 1993 en september 1995 hield de Commissie negen vergaderingen in verschillende delen van de wereld. Op iedere vergadering hielden geleerden, beleidsmakers, kunstenaars en vertegenwoordigers van NGOs lezingen over specifieke regionale themas en problemen. Dankzij deze uitwisseling van ideeën was de Commissie in staat haar eigen vragen en werkhypotheses te testen. Zij onderzocht verschillende manieren van aanpak, waarbij sommige verder werden uitgediept en andere verworpen, en sloeg wegen in waaraan aanvankelijk niet was gedacht. Na ongeveer 31 maanden presenteerde de Commissie in november 1995 haar rapport De kracht van cultuur aan de Algemene Vergadering van de UNESCO en de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Aan het eind van zowel een eeuw als van een millennium presenteert De kracht van cultuur een veelomvattende visie op de wereld. Het rapport roept op tot actie in een beperkt aantal probleemgebieden. In tien hoofdstukken worden vanuit cultureel perspectief, maar met speciale aandacht voor ontwikkelingsvraagstukken, even zovele beleidsgebieden geanalyseerd. Alle hoofdstukken van ons rapport bevatten een groot aantal beleidsaanbevelingen aan regeringen en instellingen op nationaal niveau, evenals specifieke ideeën die de UNESCO en andere internationale organisaties als ze dat wilden zouden kunnen implementeren. Bovendien deed de Commissie aanbevelingen voor een aantal activiteiten, die ze de Internationale Agenda noemde. Dit is een selectieve agenda, bedoeld om een proces op gang te zetten waardoor belangrijke vraagstukken op internationaal niveau kunnen worden aangepakt. Binnen de gekozen structuur van tien hoofdstukken tracht het rapport van de Commissie zich te richten tot verschillende publieksgroepen over de hele wereld, van activisten op gemeenschapsniveau, kunstenaars, schrijvers, consumentenorganisaties en vrouwengroepen tot politici en ambtenaren. Het rapport tracht ook informatie te verschaffen aan opinieleiders en een inspiratiebron te vormen voor beleidsmakers. Dit is een van de belangrijkste redenen waarom ik het zo belangrijk vind deze conferentie bij te wonen. Ik wil vervolgens iets zeggen over de analyse van de Commissie. In het eerste hoofdstuk besteedt de Commissie aandacht aan het begrip mondiale ethiek. Deze ethiek zal moeten voortkomen uit een wereldwijde zoektocht naar gemeenschappelijke waarden, die volken en culturen kunnen samenbrengen in plaats van uiteen te drijven. Vervolgens worden de uitdagingen besproken waarvoor cultureel pluralisme ons stelt. In dit tweede hoofdstuk breekt de Commissie een lans voor het bevorderen van samenleven in verscheidenheid, op zowel nationaal als internationaal niveau. Hierna komt het bevorderen van de menselijke creativiteit aan de orde; er wordt gesteld dat creativiteit mensen zowel inspireert als emancipeert, niet alleen op het gebied van de kunst, maar ook op het terrein van de wetenschap, de technologie en het bestuur. Een apart hoofdstuk is gewijd aan de culturele implicaties van de mondiale media, waarbij met name aandacht wordt geschonken aan de vraag of de principes van verscheidenheid, concurrentie, fatsoensnormen en het evenwicht tussen rechtvaardigheid en efficiëntie, die op nationaal niveau al dikwijls worden toegepast, ook op internationaal niveau kunnen gelden. Verder besteedt de Commissie aandacht aan de culturele paradoxen die samenhangen met het begrip gender, aangezien het ontwikkelingsproces de relaties tussen mannen en vrouwen wezenlijk verandert en mondialisering zowel positieve als negatieve gevolgen heeft voor de rechten van vrouwen. De Commissie voelt zich tevens sterk betrokken bij de problemen van kinderen en jongeren en tracht manieren te vinden om hun aspiraties zo te richten dat er een wereld ontstaat die meer dan nu is afgestemd op multiculturele waarden en interculturele communicatie. In de volgende hoofdstukken besteedt de Commissie aandacht aan het toenemend belang van cultureel erfgoed als sociale en economische hulpbron en voortbouwend op het werk van de Commissie-Brundtland aan de complexe verbanden tussen culturele en bio-diversiteit, en tussen culturele waarden en milieubehoud. Ten slotte stelt zij een onderzoeksagenda op voor de interdisciplinaire analyse van de belangrijkste raakvlakken tussen verschillende aspecten van cultuur en ontwikkelingsvraagstukken. Met het oog op de drie themas die op deze conferentie worden behandeld, wil ik nu wat dieper ingaan op het belang dat de Commissie hecht aan een mondiale ethiek, cultureel pluralisme en de media in deze wereld. Er bestaat fundamentele behoefte aan een nieuw mondiaal stelsel van waarden en normen. Onze toekomst zal in toenemende mate worden beïnvloed door het besef van de onderlinge afhankelijkheid van culturen en samenlevingen. Daarom is het noodzakelijk om onderlinge verschillen te overbruggen en culturele verdraagzaamheid te bevorderen door middel van nieuwe sociaal-politieke verdragen, waarover moet worden onderhandeld binnen het innovatieve kader van een mondiale ethiek. De rol die culturen kunnen spelen in de zoektocht naar een mondiale ethiek is complex en wordt dikwijls verkeerd begrepen. Culturen worden bijvoorbeeld vaak gezien als complexe systemen van ideeën en overtuigingen, met scherp afgebakende grenzen. In werkelijkheid vertonen culturen echter overlappingen. Doordat ze bepaalde gezamenlijke wortels hebben, die stoelen op gedeelde menselijke ervaringen, komen zekere basisideeën in verschillende culturen voor. Culturen hebben in de loop van de geschiedenis dikwijls van elkaar geleerd. Een cultuur spreekt meestal niet met één stem over religieuze, ethische, sociale en politieke onderwerpen en andere aspecten van het menselijk bestaan. Welke betekenis een idee of traditie heeft en welk gedrag daarmee gepaard gaat, is altijd een kwestie van interpretatie. Dit is met name het geval in een wereld die in snel tempo verandert. Wat een cultuur in een nieuwe context zegt, zal altijd ter discussie staan en kan, soms zelfs onder haar eigen leden, tot diepgaande onenigheid leiden. Ten slotte vormen culturen meestal geen homogene eenheid. Binnen wat algemeen als een cultuur wordt beschouwd, kunnen talloze verschillen bestaan, die gerelateerd zijn aan sekse, sociale klasse, godsdienst, taal of andere breuklijnen. Bovendien kunnen ideeën en clusters van ideeën over de grenzen van culturen heen worden gedeeld door mensen van hetzelfde geslacht, dezelfde etnische groep of dezelfde sociale klasse, en zo de basis voor solidariteit en allianties vormen. Wat valt er te zeggen over themas die in bijna alle culturele tradities terugkeren? Zouden deze als bouwstenen kunnen dienen voor een mondiale ethiek? De eerste bouwsteen kan volgens de Commissie bestaan uit het idee van menselijke kwetsbaarheid en de impuls om lijden zoveel mogelijk te verlichten. Dit idee is terug te vinden in de morele opvattingen van alle culturen. Ook de opvatting dat men anderen moet behandelen zoals men zelf behandeld wil worden, maakt deel uit van de fundamentele morele leer van alle grote tradities. In alle grote godsdiensten wordt deze gulden regel op enigerlei wijze uitgedrukt. Ik wil in dit verband met name wijzen op het werk van dr. Hans Küng, de bekende theoloog en een pionier in onze zoektocht naar de basis van een gemeenschappelijk ethiek. Zijn opvattingen hebben velen geïnspireerd, waaronder onze Commissie, en hij zal later op deze dag tot ons spreken.
|
|
|||||
De Commissie noemt vijf belangrijke steunpilaren voor een mondiale ethiek:
Bij elk van deze punten is de Commissie zich bewust van de problemen die voortvloeien uit een verscheidenheid aan gezichtspunten. Dit komt wellicht nergens duidelijker naar voren dan op het gebied van de mensenrechten. Daarom zal ik hier een uiterst verhelderende passage uit het rapport citeren, waarin dieper wordt ingegaan op het begrip mensenrechten: Tegelijkertijd moeten we niet vergeten dat rechten gepaard dienen te gaan met plichten, vrijheden met beperkingen, keuzemogelijkheden met burgerplichten. Verplichtingen zonder keuzemogelijkheden zijn onderdrukkend, keuzemogelijkheden zonder verplichtingen betekenen anarchie. De modernisering heeft het scala aan keuzemogelijkheden vergroot, maar sommige verbanden vernietigd. Zo kunnen keuzen zonder verplichtingen even onderdrukkend werken als verplichtingen zonder keuzen. We zouden moeten streven naar een samenleving waarin vrijheid niet losbandig is, autoriteit niet autoritair, keuzen niet vrijblijvend, en verplichtingen meer zijn dan pijnlijke beperkingen. Er is weinig onderzoek gedaan naar de manier waarop verschillende volken tegen mensenrechten aankijken of naar de dynamiek tussen de rechten van het individu en die van het collectief. In veel culturen zijn rechten onlosmakelijk verbonden met plichten. In Zuid-Azië hebben mensenrechtenactivisten bijvoorbeeld ontdekt dat de bevolking het vaak moeilijk vindt om algemene vragen als wat zijn uw rechten? los van hun referentiekader (zoals religie, verwantschap of andere instituties) te beantwoorden. Ten tweede ontdekten zij dat het antwoord begon met een opsomming van plichten en pas daarna inging op rechten. Ten derde vond men het dikwijls moeilijk over rechten te spreken in het kader van concepten als de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, omdat die onbekend zijn of als niet toepasbaar op hun eigen ervaring worden beschouwd. Uit het tweede hoofdstuk van het rapport blijkt dat de Commissie zich ten zeerste betrokken voelt bij het concept pluralisme. Zij erkent niet alleen dat de wereld als geheel pluriform is, maar ook dat bijna alle 190 staten die samen de wereldgemeenschap vormen, worden gekenmerkt door pluralisme. Etniciteit en andere vormen van groeps-identificatie kunnen tot gewelddadige conflicten leiden als ze daartoe worden gemobiliseerd en gemanipuleerd. Vandaar dat pogingen om door het homogeniseren van groepen of door één groep te laten domineren een nationale identiteit op te bouwen wenselijk noch haalbaar zijn. Hoe kan een staat dan een klimaat creëren waarin zij wordt gezien als een gemeenschap van burgers, vrij van alle verwijzingen naar etnische exclusiviteit? Hoe dient een natie om te gaan met vraagstukken als de culturele rechten van minderheden, vreemdelingenhaat en racisme, religieuze opleving en fundamentalisme, en de positie van inheemse volken?
|
|
|||||
Maar voor het overige is er meer dan alleen tolerantie nodig ten opzichte van andere culturen. In plaats van ze als vreemd en ongewenst te beschouwen, zouden we blij moeten zijn met culturele verschillen en moeten proberen ervan te leren. Regeringen kunnen attitudes en gedragsvormen, zoals respect en een positieve houding, niet voorschrijven, maar ze kunnen aanvallen op mensen uit andere culturen en hun gebruiken wel verbieden en het juridisch kader afbakenen voor wederzijdse tolerantie en aanpassing. Intolerantie wordt vooral gevaarlijk als het tot beleid wordt van intolerante regeringen. Discriminatie, segregatie en uitsluiting die gebaseerd zijn op culturele kenmerken worden dan officieel beleid. Als zich iets dergelijks voordoet, moet zware internationale druk worden uitgeoefend om dat beleid te veroordelen en te bestraffen. Daarbij horen alle vormen van racisme, vervolging van mensen op grond van hun overtuiging en de beperking van de vrijheid van de bevolking. Culturele diversiteit is even belangrijk als bio-diversiteit. Pluralisme is gericht op de verzamelde rijkdom aan ervaringen, wijsheid en gedrag van de mensheid. Iedere cultuur heeft baat bij een vergelijking met andere culturen, omdat daarbij de eigen eigenaardigheden en bijzonderheden worden ontdekt. Dit impliceert geen cultureel relativisme; dit uitgangspunt is volledig consistent met het idee dat er enkele absolute waarden bestaan. Liberalisme, tolerantie en pluralisme impliceren het idee van een veelheid aan visies; anderzijds leidt het verlangen naar objectiviteit en universaliteit tot het verlangen naar één enkele waarheid, in plaats van vele. Het probleem met relativisme is dat het ook absolutisme en dogmatisme moet goedkeuren. Absolutisme hoeft echter op zijn beurt relativisme niet te onderschrijven. Omdat een groot aantal visies uit heden en verleden intolerant is, zouden we, door deze op onze tolerante, liberale wijze goed te keuren, ook intolerantie billijken. Als de wereld zou worden geregeerd door relativisme, zou er geen enkele ruimte zijn voor een relativistische stellingname. Cognitief relativisme is onzin, moreel relativisme is tragisch. Zonder een stellingname over absolute waarden zou geen enkele aanbeveling van de Commissie mogelijk zijn en zou er zelfs geen rationele uitwisseling van ideeën kunnen plaatsvinden. Laten we ons verheugen over diversiteit en ondertussen de absolute maatstaven voor het oordeel over goed en kwaad handhaven. Uitdagingen van een door media overspoelde wereld Op het gebied van communicatie staat de Commissie positief tegenover de vorming van een transnationaal, commercieel medialandschap. Het is duidelijk dat hierdoor de keuzemogelijkheden worden vergroot, kansen worden geschapen voor verscheidenheid en veelomvattender en vrijere informatiestromen over de grenzen heen en tussen de culturen worden bevorderd. Anderzijds kan deze ontwikkeling ook leiden tot concentratie van eigendom, beperking van de toegankelijkheid en inhoudelijke standaardisering van de radio- en televisieprogrammas. In veel landen zijn deze vraagstukken reeds onderwerp van binnenlands beleid. De Commissie is van mening dat, om ervoor te zorgen dat de nieuwe mondiale informatiesnelweg en de traditionele media een echt platform worden voor de verkondiging van een veelheid aan standpunten, in de toekomst wellicht een gelijksoortige benadering op internationaal niveau nodig is. In het licht van de pogingen op nationaal niveau om een gemengd stelsel van publieke en commerciële omroepen te bevorderen, is de Commissie van mening dat het spectrum van radiofrequenties moet worden gezien als een mondiale ruimte, die aan iedereen toebehoort. Een vergelijkbaar concept wordt steeds vaker gehanteerd in discussies over beleid dat tot duurzame ontwikkeling moet leiden. Het concept mondiale ruimte zou nationale overheden kunnen helpen een nieuwe basis te ontwikkelen om samen te werken met de industrie, met als doel om een grote verscheidenheid aan elektronische stemmen en meningen te laten horen.
|
|
|||||
De Commissie acht het van essentieel belang dat dergelijke initiatieven voor samenwerking op een groot aantal terreinen worden ontplooid, niet alleen op het gebied van de media. Anders zou de emanciperende kracht van communicatie gemakkelijk kunnen leiden tot de verbreding van de kloof tussen Noord en Zuid. Naarmate het werk van de Commissie vorderde, werd een schat aan informatie, standpunten en analyses verzameld veel daarvan op het raakvlak van onderzoek en reflectie. Ons rapport kon geen verhandeling worden, noch een oorspronkelijk onderzoeksrapport, noch een handboek over culturele onderwerpen. Daarom besloot de Commissie haar analyse te richten op het realiseren van een aantal duidelijk omschreven doelstellingen, die ik hierboven heb genoemd, en waarin het verband tussen cultuur en ontwikkeling bijzonder duidelijk leek. Het rapport is bedoeld om in de hele wereld een gevarieerd publiek aan te spreken, variërend van activisten, veldwerkers, kunstenaars en wetenschappers tot ambtenaren en politici. Wij hebben gestreefd naar een rapport dat wereldwijd opinieleiders kan informeren, dat als leidraad kan dienen voor beleidsmakers en dat niet alleen de aandacht trekt van intellectuele en artistieke kringen, maar ook van het grote publiek. Of we in staat zullen zijn een dergelijk groot publiek te bereiken, is in hoge mate afhankelijk van u en van het belang dat u hecht aan het rapport. Als u er kritiek op hebt, des te beter, want onze analyses en aanbevelingen kunnen slechts in een mondiale discussie uitkristalliseren tot doelmatig beleid of vrijwillige actie. Daarom is het voor het werk van de Commissie van bijzonder groot belang dat dit rapport hier onder uw aandacht wordt gebracht. Om deze taken uit te voeren en ideeën om te zetten in acties via cultureel uiteenlopende wegen is zowel moreel als intellectueel leiderschap op mondiaal niveau vereist. Het Nederlandse volk heeft door de steun van uw regering aan dit project laten zien over een dergelijk leiderschap te beschikken. Hiervoor danken we u, maar voor de follow-up van dit rapport hebben we nu feedback van u nodig. Het rapport is al vertaald in het Nederlands, Frans, Spaans, Zweeds, Japans en Arabisch, en wordt momenteel vertaald in het Russisch, Duits, Portugees en Hongaars. Nog meer vertalingen zullen spoedig volgen. Tot slot wil ik nog iets zeggen over de analyses en aanbevelingen uit De kracht van cultuur. Sommige zijn visionair, andere pragmatisch, en weer andere zijn gebaseerd op een uitgesproken moreel standpunt. Toen de Commissie deze aanbevelingen formuleerde, was zij zich bewust van de problemen die hieraan kleven. We waren echter eveneens overtuigd van de grote noodzaak om een lange-termijnvisie te schetsen. Om de woorden aan te halen van de vooraanstaande Braziliaanse econoom Celso Furtado, die lid was van de Commissie: we zien ons momenteel gesteld voor de uitdaging om een nieuw utopia te ontwerpen, zonder welke de mensheid niet zal kunnen overleven. Het is bijna een jaar geleden dat het rapport werd gepresenteerd, en in die tijd is er een goede start gemaakt met de internationale discussie die de Commissie hoopte uit te lokken. Deze conferentie is daarvan een prachtig voorbeeld. Het is aan u om de ideeën en acties te verwezenlijken. Laten we gezamenlijk de kracht van cultuur aanwenden, in al zijn verschijningsvormen, en streven naar het nieuwe utopia in het volgende millennium. Dank u voor uw aandacht. |
|
|||||
|