Thema's: Onze creatieve verscheidenheid
A new global ethics
De noodzaak tot pluralisme
Een door media overspoelde wereld
recasting cultural policies
(alleen Engels)

Lezing

David Nostbakken
directeur van WETV, een mondiale publieke televisiezender, Canada

real audio fileAllereerst wil ik mijn waardering uitspreken voor de Nederlandse regering en in het bijzonder voor de minister van Ontwikkelingssamenwerking, Jan Pronk, en de staatssecretaris voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Aad Nuis. U hebt zich gerealiseerd dat het rapport De kracht van cultuur meer is dan een lijvig boekwerk dat samen met tientallen andere over cultuur en ontwikkeling in de kast kan worden opgeborgen.

Dit rapport is niet alleen een waardevolle bron van ideeën, maar ook - zoals de voorzitter van de Commissie, Javier Pérez de Cuellar in zijn inleiding schrijft - een oproep tot actie voor een geselecteerd aantal aandachtsgebieden waar vooruitgang mogelijk is. Vanwege de twee gevaren waarmee we worden geconfronteerd als we het hebben over de 'uitdagingen van een door media overspoelde wereld' leg ik de nadruk op de zinsnede 'waar vooruitgang mogelijk is'. Enerzijds bestaat het gevaar dat we vanwege de enorme complexiteit van de problemen helemaal niets doen, of dat we met oplossingen komen die praktisch noch haalbaar zijn en een doodlopende weg blijken. Anderzijds kunnen ook onze beste bedoelingen worden ingehaald door de enorme snelheid van de veranderingen, tenzij we nu handelend optreden in deze 'geselecteerde aandachtsgebieden waar vooruitgang mogelijk is'.

9 november 1996: Uitdagingen van een door media overspoelde wereld:
Inleiding (Madala Mphahlele)
Samenvatting
David Nostbakken
Horst Stipp
Bert Mulder
Discussie panel
Een nieuwe mondiale ethiek
pijltje.gif (179 bytes) De noodzaak tot pluralisme
pijltje.gif (895 bytes) Algemene Inleiding

Ik zal hier enkele prioriteiten voor actie voorstellen. Eerst wil ik echter iets zeggen over mijn eigen ideeën over het culturele belang van de moderne massamedia, met name het medium waarover Marshall McLuhan heeft opgemerkt dat het 'ons herschept naar zijn eigen beeld': de televisie.

 

Wie het rapport De kracht van cultuur vanuit het perspectief van de media bekijkt, zal onmiddellijk worden getroffen door de invloed die de moderne communicatiemiddelen hebben op de waarden, symbolen, rituelen en instituties - met andere woorden: de cultuur - van de maatschappij:

  • Krachtige en vrije massamedia en het vrije verkeer van informatie en kennis over de hele wereld zijn van essentieel belang voor het liberalisme, de tolerantie en het pluralisme, die worden gepropageerd in het hoofdstuk De noodzaak tot pluralisme.
  • Door de toonaangevende massamedia, en in toenemende mate de snel opkomende 'nieuwe media', ontstaat de mogelijkheid voor de vergroting van creativiteit en empowerment van de mens op ieder niveau van de maatschappij en tot in de verste uithoeken van de wereld.
  • De strijd voor vrouwenemancipatie en de volledige deelname van vrouwen aan het ontwikkelingsproces zouden eveneens onmogelijk zijn zonder massamedia die in staat zijn deze thema's tot onderwerp van mondiaal belang te maken.
  • Hetzelfde geldt voor de bescherming en behartiging van de belangen van kinderen en jongeren. De massamedia vormen in toenemende mate een platform voor zowel de discussie over onderwerpen met betrekking tot kinderen als voor gezichtspunten en frisse ideeën van jongeren, die van evident belang zijn voor de creatieve ontwikkeling in onze samenlevingen. Bovendien bieden de nieuwe media ongeëvenaarde mogelijkheden voor de permanente educatie die onze kinderen nodig zullen hebben om het hoofd te bieden aan de snelle economische, sociale en culturele veranderingen van de 21ste eeuw.
  • En ten slotte: zou onze zorg om het milieu van onze planeet net zo groot zijn geweest zonder de inspanning van duizenden journalisten, televisiemakers en auteurs?

"
De ervaring heeft geleerd dat communicatie leidt tot meer coördinatie en samenwerking, waardoor onderlinge afhankelijkheid ontstaat. De informatiemaatschappij is dan ook een samenleving waarin mensen onderling afhankelijk zijn en zijn genoodzaakt om rekening met elkaar te houden - anders stort de samenleving ineen. Zoals we hebben gezien in de economie en de mondiale politiek is dit proces al aan de gang. Om die reden gaat het eerste hoofdstuk van De kracht van cultuur over een nieuwe mondiale ethiek. Hierin wordt de noodzaak wordt benadrukt van een gemeenschappelijke basis voor de noodzakelijke verscheidenheid

"
Bert Mulder

Cultuur is communicatie en communicatie is cultuur

real audio file De moderne middelen voor massacommunicatie in al hun vormen zullen het mondiale culturele landschap in toenemende mate vorm geven. Talloze wetenschappers zijn zich hiervan bewust. George Gerbner van de Annenburg School of Communications was een van de eersten die de invloed van de moderne massamedia - en in het bijzonder de televisie - op onze culturele mythen heeft onderzocht. De televisie is een van de invloeden die onze identiteit bepalen. Wanneer de mythen van de eigen cultuur in dit medium worden ondermijnd of ontkracht, is geweld een niet ongebruikelijke reactie.

Neil Postman, een invloedrijke publicist op het gebied van onderwijs in de Verenigde Staten, noemde televisie in de jaren zeventig eens het 'verborgen curriculum'. Hij voorspelde dat de grote massa van de bevolking, met name jongeren, hun belangrijkste lessen zouden leren van de televisie en er hun opvattingen, attitudes, ideeën en gedrag aan zouden ontlenen. Zoals Nicholas Johnson van de US Federal Communications Commission heeft opgemerkt: 'Elke vorm van televisie is educatief. De enige vraag is wat de televisie ons leert.' En Daniel Boorstin, hoofdbibliothecaris van het Congres van de Verenigde Staten, heeft gezegd: 'Niets is echt, tenzij het op de televisie is te zien.'

"
Voor programma's die bestemd zijn voor jongeren organiseren we projecten om schrijvers te trainen en we bestuderen de scripts om er absoluut zeker van te zijn dat seksisme en excessief geweld uit de programma's geweerd worden. We doen echt ons best, en we hebben een afdeling die alle programma's bekijkt en toetst aan onze normen en daarbij met name let op geweld, seks en grof taalgebruik. In de loop der jaren is er een duidelijke toename te zien van programma's waarin vrouwen en minderheden een leidende rol spelen

"
Horst Stipp


De enorme macht van televisie ligt in haar mogelijkheden als medium voor culturele expressie - een van onze belangrijkste mensenrechten. Televisie kan bijdragen aan het waarborgen of onderdrukken van dit recht. En naar mijn mening is het vermogen van een samenleving om zich uit te drukken van fundamenteel belang voor haar culturele ontwikkeling.

Vandaar de noodzaak om de 'uitdagingen van een door media overspoelde wereld' aan te gaan!

Ik zal allereerst de huidige soorten televisieomroepen nader bespreken, daarbij een uitspraak van Keynes in gedachten houdend: 'Het probleem ligt niet in nieuwe ideeën, maar in het ontsnappen aan oude ideeën.'

Omroepen en commercie

Van een tijd waarin handel onze cultuur was, zijn we opgeschoven naar een tijd waarin cultuur onze handel is geworden - Marshall McLuhan

Raymond Williams heeft er in Television, Technology and Cultural Form op gewezen dat radio en televisie tot de eerste belangrijke technologische vernieuwingen behoorden die zijn uitgevonden zonder dat er een duidelijk idee bestond over hun doel. Dit werd pas geleidelijk duidelijk naarmate we leerden om ze te beheersen. In de geïndustrialiseerde wereld heeft de macht over de media twee vormen aangenomen: de macht die op de vrije markt wordt uitgeoefend door commerciële belangen, en de macht die overheden inzetten om hun visie op het algemeen belang te beschermen en te propageren.

Commerciële belangen in de omroepwereld zijn toegenomen naarmate men beter leerde hoe men doelgroepen en adverteerders op elkaar kon afstemmen. Zoals George Gerbner heeft gezegd: 'Het product is het bereiken van een zo groot mogelijk aantal mensen tegen zo laag mogelijke kosten.' Sinds het bedrijfsleven heeft ingezien dat we in een informatietijdperk leven, is er een ongekend felle strijd losgebarsten om de toegang tot de informatiesnelweg. In de directiekamers van de multinationale communicatiebedrijven, die met elkaar concurreren om de macht, bestaat grote overeenstemming over denkbeelden en doeleinden. Nieuwe mediabonzen vechten om het bezit, de controle en het monopolie van een virtueel landschap van informatie en kennis. Er worden miljoenen gespendeerd aan de ontwikkeling van nieuwe, concurrerende apparatuur, het leggen van glasvezelbekabeling, het opzetten van een netwerk van satellieten, het opkopen van rechten en het fuseren van bedrijven die anders elkaars concurrenten zouden zijn. Het ligt voor de hand dat vooral de commerciële ondernemingen die de afgelopen 50 jaar een steeds grotere greep op de televisie hebben gekregen zich hiermee bezig houden. Zij trachten hun macht momenteel uit te breiden tot de nieuwe, op Internet gebaseerde multimedia.

Commerciële massamedia streven in de eerste plaats naar winst, met een voorspelbaar gevolg: doordat commerciële televisie afhankelijk is van reclame, is het resultaat inhoudelijke uniformiteit, die telkens weer wordt herhaald en uitgezonden. Verscheidenheid wordt alleen geaccepteerd als het winst oplevert. De inhoud van deze eenvormige, op industriële wijze vervaardigde en vercommercialiseerde programma's bestaat steeds vaker uit wat dikwijls wordt gezien als een goedaardige normatieve kijk op de samenleving. Het is niet nodig om er vraagtekens achter te zetten; ten slotte is het slechts 'virtuele' realiteit, die niemand serieus hoeft te nemen! Toch is dit nu precies het 'verborgen curriculum' van Postman, een maatschappelijke kracht die even machtig is als de mondelinge poëtische tradities in culturen die het schrift niet kenden, en die het curriculum van hun tijd vormden.

Publieke omroepen

In hoeverre ligt onze redding in het behoud van publieke omroepen?

In deze wereld van computerchips en satellieten, waarin grenzen steeds meer vervagen, is een van de belangrijkste kenmerken van de massamedia dat zij een steeds massaler publiek bereiken. Dit staat haaks op de doelstellingen van regeringen, die hebben getracht deze media te gebruiken voor de behartiging van nationale belangen.

Met andere woorden: alle elektronische massamedia vormen een zekere bedreiging voor hiërarchische sociale structuren en instituties. De reden hiervan is dat naarmate meer mensen beter toegang hebben tot dezelfde informatie, de behoefte aan bemiddelende instituties kleiner zal zijn, en dergelijke instituties minder mogelijkheden zullen hebben om die informatie te controleren of monopoliseren.

De afgelopen 50 jaar zijn publieke omroepen geïnstitutionaliseerd in het medialandschap van een groot aantal landen, met name in de geïndustrialiseerde wereld. Velen zijn van mening dat onze belangrijkste sociale waarden en opvattingen worden weerspiegeld in de instituties die we in het leven roepen. Met name instellingen zoals publieke omroepen hebben zich ontwikkeld rond waarden die te maken hebben met het algemeen belang.

Ondertussen zijn er echter meer kostendekkende en in technisch opzicht verfijndere manieren ontwikkeld om uit te zenden. Hierbij denken we niet alleen aan commerciële omroepen die afhankelijk zijn van reclame-inkomsten, maar ook aan op specifieke doelgroepen gerichte omroeporganisaties, die mogelijk zijn geworden door satellieten, de kabel en rechtstreekse satellietuitzendingen.

De publieke omroepen worden nu geconfronteerd met het belangrijke probleem hoe ze hun activiteiten zo kunnen stroomlijnen dat ze efficiënter en minder bureaucratisch kunnen opereren en alerter kunnen reageren op veranderingen, zonder de belangrijke sociaal-culturele waarden die ze vertegenwoordigen uit het oog te verliezen.

Privatisering van publieke omroepen is zonder meer een fantasieloos antwoord. Als publieke omroepen afhankelijk worden van dezelfde bronnen van inkomsten als commerciële zenders en met hen moeten gaan concurreren, zullen hun mogelijkheden voor vernieuwende en creatieve programmering onderhevig zijn aan dezelfde restricties als die van commerciële omroepen. Er is weinig wat erop wijst dat commerciële omroepen bereid of in staat zijn om concessies te doen voor het algemeen belang.

Het wijdverbreide geloof in het belang van publieke omroepen wordt in toenemende mate ondermijnd door bezorgdheid over hun logge bureaucratieën en de dure manieren van werken, die uit de zak van de belastingbetaler moeten worden gefinancierd. Het is echter geen goede oplossing om commerciële zenders mee te laten betalen aan steun aan de publieke omroepen. Als regeringen er belang aan hechten dat culturele en sociale waarden worden verspreid via radio en televisie, zullen ze er niet alleen voor moeten zorgen dat de publieke omroepen voldoende middelen krijgen, maar ook dat deze omroepen worden gereorganiseerd, zodat ze op efficiëntere wijze goede programma's kunnen maken. Publieke omroepen dienen een even belangrijke plaats in te nemen als onderwijs, gezondheid en openbaar vervoer. Als we simpelweg de geldkraan voor de publieke omroepen dichtdraaien in plaats van ze te reorganiseren, zullen we spoedig alleen nog maar commerciële omroepen overhouden.

Het rapport van de Commissie stelt dat een aantal principes op het terrein van het algemeen belang die het beleid en de werkwijze van de betere nationale publieke omroepen kenmerken, wellicht ook op internationaal niveau toepasbaar zijn, ook al zijn ze in dat geval niet langer bedoeld om binnenlandse belangen te beschermen. Wat moeten we ons hierbij voorstellen?

In het land waar ik vandaan kom, Canada, functioneert onze Broadcasting Act zeer goed. Er staat een zeer opvallende clausule in, waaruit respect blijkt voor de sociale en culturele verscheidenheid in Canada:

De programmering van de Canadese omroepen dient:

  • gevarieerd en veelomvattend te zijn, en een evenwichtig geheel te vormen van informatie, educatieve programma's en amusement voor mannen, vrouwen en kinderen van alle leeftijden en met uiteenlopende interesses en smaak;
  • te worden ontleend aan lokale, regionale, nationale en internationale bronnen;
  • educatieve en op de gemeenschap gerichte programma's te omvatten;
  • het publiek een redelijke mogelijkheid te verschaffen om kennis te nemen van verschillende opvattingen over zaken van algemeen belang;
  • een belangrijke bijdrage op te nemen van de onafhankelijke Canadese productiesector.

Deze clausule is opgesteld in de begintijd van de omroepen in Canada, toen de verwachtingen hooggestemd waren. Het uitgangspunt is dat er in ons land verschillende culturele, religieuze, regionale en nationale belangen bestaan. Om te garanderen dat deze alle goed worden vertegenwoordigd, moet iedere omroep die een licentie heeft gekregen aantonen dat ze dit principe onderschrijft.

In de tijd dat er nog maar een beperkt frequentiespectrum beschikbaar was, was deze clausule een belangrijke factor voor het toewijzen van zendtijd aan gegadigden, die bepalend was voor de voorwaarden die daarbij golden. Naarmate het aantal beschikbare frequenties toeneemt, komt dit principe in toenemende mate onder vuur te liggen als gevolg van de krachten van de vrije markt en van de behoefte van omroepmaatschappijen om niet alleen op de Canadese markt te concurreren, maar ook in het buitenland. De verscheidenheid aan gezichtspunten in de omroepwereld van Canada wordt in toenemende mate bepaald door het totaal aan omroeporganisaties met een licentie, in plaats van door specifieke goedgekeurde organisaties.

Ondanks deze verandering in interpretatie blijft het principe van pluraliteit een van de belangrijkste waarden van de Canadese samenleving - respect voor minderheden, voor verscheidenheid aan meningen, de standpunten van vrouwen, de waardigheid van kinderen, voor verschillende godsdienstige standpunten, enzovoort.

Dit principe is van even groot belang voor de mondiale omroepmaatschappijen als voor vormen van nationaal omroepbeleid.

Er bestaan veel gelijksoortige principes die deel uitmaken van de tradities die in het publieke omroepbestel zijn ontstaan.

In het hoofdstuk Uitdagingen van een door media overspoelde wereld en in de aanbevelingen aan het eind van het rapport roept de Commissie op tot twee haalbaarheidsstudies die zouden moeten uitmonden in overeenkomsten tussen staten en internationale organisaties over de wijze waarop het algemeen belang in de nationale, regionale en mondiale omroepwereld kan worden gegarandeerd. Ik onderschrijf de noodzaak van dergelijk onderzoek van harte, niet alleen om de publieke omroepen op nationaal niveau te verbeteren en te stroomlijnen, maar ook om radio en televisie in te zetten ter bescherming van mondiale waarden.

Dergelijke studies kosten vanwege de noodzaak tot overleg en herziening echter veel tijd en leiden niet altijd tot actief bijsturen. Ondertussen blijven de technologische ontwikkelingen niet stilstaan, ontstaan er nieuwe en innovatieve mediadiensten die competitief en commercieel werken en kan de kloof tussen Noord en Zuid op het gebied van toegankelijkheid en mogelijkheden tot zelfexpressie nog breder worden. Dit kan tot gevolg hebben dat de juiste toepassing van nieuwe technologieën en de bescherming van het algemeen belang ons ontglippen.

De Commissie doet ook de aanbeveling dat er onderzoek moet worden gedaan naar alternatieven voor commerciële en/of publieke omroepen in de vorm van innovatieve systemen. WETV, de televisieomroep met een mondiaal bereik, wordt genoemd als een voorbeeld dat serieuze aandacht en steun verdient.

Met andere woorden: we dienen niet alleen beleidsopties te bestuderen, maar ook alternatieve systemen die gebruik maken van de meest geavanceerde technieken, rekening houdend met de veranderende tijd waarin we leven en nieuwe mogelijkheden.

Ik ben van mening dat beide benaderingen, dat wil zeggen het programma voor ontwikkelingsonderzoek dat de Commissie in haar rapport voorstelt en de beoordeling van en steun aan nieuwe en innovatieve systemen, gelijktijdig moeten plaatsvinden.

Zoals hierna zal blijken, ligt voor mij de nadruk op het laatste.

De behoefte aan alternatieve benaderingen

Voor de meesten van ons hebben verjaardagen die op een nul eindigen een speciale betekenis, vooral als er een vier of een vijf voor staat. Ze zetten ons aan tot terugkijken, de balans opmaken en tot nadenken over wat we hebben bereikt. Net zoals de kinderen die tijdens de naoorlogse geboortegolf in de geïndustrialiseerde wereld zijn geboren nu een jaar of 50 zijn, zo bestaan veel van onze belangrijkste organisaties, zoals de Verenigde Naties en de meeste nationale ontwikkelingsorganisaties, ondertussen ook 50 jaar. Hetzelfde geldt voor veel publieke omroepen; zij maken een midlife-crisis door en zijn bezorgd om de toekomst. Aan het einde van deze eeuw en dit millennium is de tijd inderdaad gekomen om de balans op te maken en lering te trekken uit onze successen en mislukkingen.

Ongeveer drie jaar geleden begon ik met enkele collega's te onderzoeken hoe we op het uiterst belangrijke terrein van de televisie een kleine bijdrage konden leveren tot de democratisering van de audiovisuele ruimte.

Allereerst moesten we institutionele en financiële modellen onderzoeken. Het viel me op dat juist die organisaties die tot taak hadden om de ontwikkelingslanden te helpen vooruitgang te boeken zeer weinig hadden geïnvesteerd op het gebied van media en communicatie; als er al geld was vrijgemaakt, was dit grotendeels bestemd voor de technische infrastructuur. Ik ben me ervan bewust dat een aantal Europese landen hierop een uitzondering vormt. Verschillende OESO-landen hebben een uitstekende naam op het gebied van journalistiek, mediaopleidingen en de bevordering van media op lokaal niveau (vooral Nederland neemt in dit opzicht een opvallende plaats in).

Niettemin beginnen veel ontwikkelingsorganisaties zich af te vragen of ze de menselijke factor niet over het hoofd hebben gezien, met name op het gebied van communicatie. Hoewel binnen het prioriteitsgebied van duurzame ontwikkeling is erkend dat er meer aandacht moet worden besteed aan de sociale sectoren, is de belangrijkste variabele in het proces van sociale verandering aan de aandacht van de meeste programma-ontwikkelaars ontsnapt. Zelfs in de sociale sectoren blijft de nadruk liggen op diensten aanbieden, ten koste van de noodzaak om attitudes en gedrag te veranderen.

Terwijl dit probleem op project- en programmaniveau bestaat, komt daar nog bij dat de meeste ontwikkelingsorganisaties in hun benadering een harder standpunt zijn gaan innemen en de nadruk zijn gaan leggen op wat 'bedrijfscommunicatie' kan worden genoemd. Ooit kenden ontwikkelingsorganisaties een duidelijk onderscheid tussen de bevordering van een beter begrip over onderwerpen die met internationale ontwikkeling te maken hebben (dit werd dikwijls ontwikkelingseducatie genoemd) en het creëren van een maatschappelijk draagvlak voor die bepaalde ontwikkelingsorganisatie. Ook op dit gebied heeft Nederland een voortrekkersrol vervuld, met name vanwege de steun aan op kinderen gerichte ontwikkelingseducatie. Maar naarmate het politieke draagvlak voor ontwikkelingshulp smaller wordt, is men meer nadruk gaan leggen op het oppoetsen van het imago van ontwikkelingsorganisaties en is objectieve ontwikkelingseducatie, inclusief financiële steun aan educatieve programma's van nationale non-gouvernementele organisaties, op een laag pitje gezet - een bijzonder kortzichtige politiek.

Ook instellingen van de Verenigde Naties hebben, geconfronteerd met grote finan-ciële problemen, gesneden in de toch al minimale fondsen die beschikbaar waren voor informatie en communicatie.

Ik ben van mening dat met een bescheiden herverdeling van gelden de Verenigde Naties en nationale ontwikkelingsorganisaties onmiddellijk enkele doelstellingen van de Commissie kunnen verwezenlijken.

real audio file WETV, de televisieomroep met een mondiaal bereik, is hiervan een goed voorbeeld. Het is een nieuwe, alternatieve organisatie voor satelliettelevisie die tegemoet komt aan twee belangrijke eisen die voor de jaren negentig gelden:

Allereerst bestaat er behoefte aan grotere toegankelijkheid tot de televisie voor lokale, regionale en mondiale zelfexpressie. Dit onderwerp komt uitvoerig aan de orde in het rapport van de Commissie. Ten tweede verkeren, zoals hiervoor al is opgemerkt, veel internationale organisaties voor ontwikkelingssamenwerking momenteel in een midlife-crisis, wat inhoudt dat ze bezig zijn om hun toekomstige rol in ontwikkelingshulp te heroverwegen. Het is intussen overduidelijk dat deze organisaties er niet in zijn geslaagd om optimaal te communiceren en dat het noodzakelijk is het publiek uitgebreidere informatie te verschaffen over de vraagstukken van lokaal, regionaal en mondiaal belang die binnen hun werkterrein vallen.

Bovendien beginnen deze organisaties te beseffen dat communicatie en informatie niet langer meer mogen worden overschaduwd door sectoren als landbouw, medische zorg en infrastructuur. Het is zonder meer duidelijk dat in de 21ste eeuw de verschaffing van toegang tot effectievere communicatie vanaf de basis van groot belang zal zijn.

'Agenda 21' werd op de Conferentie over Milieu en Ontwikkeling van de Verenigde Naties in Rio de Janeiro (1992) geformuleerd als een aanknopingspunt om de uiterst belangrijke vraagstukken met betrekking tot duurzame ontwikkeling aan te pakken. In de hoofdstukken over informatie en communicatie staat dat 'staten in samenwerking met de wetenschappelijke wereld manieren moeten vinden om met behulp van moderne communicatietechnologieën het publiek op effectieve wijze te bereiken'.

Met name het International Development Research Centre (IDRC) in Canada heeft zich dit punt aangetrokken. Deze organisatie heeft één miljoen dollar beschikbaar gesteld voor onderzoek naar en ontwikkeling van een methode die een betere toegankelijkheid en grotere reikwijdte garandeert. Andere organisaties konden op basis van participerend lidmaatschap gezamenlijk eenzelfde bedrag bijdragen. Meer dan twintig internationale organisaties hebben deelgenomen aan het proces van onderzoek en ontwikkeling, dat tenslotte uitmondde in de oprichting van WETV.

WETV is noch een publieke omroep in de traditionele zin van het woord, noch een puur commerciële onderneming. Zij is een mengvorm, een mondiale omroeporganisatie die gebruik maakt van de lessen die zijn geleerd van nieuwe, op specifieke doelgroepen gerichte omroepen. Zij staat een efficiënte bedrijfsvoering voor, op basis van nieuwe digitale methoden van productie, eindproductie en distributiemiddelen.

In de twee jaar die de onderzoeks- en ontwikkelingsfase duurde, hebben mijn collega's en ik geopereerd vanuit een secretariaat dat onder toezicht stond van een internationale stuurgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de organisaties die deelnamen aan het ontwikkelingsproces en een aantal vooraanstaande deskundigen.

Om te onderzoeken hoe we de positieve aspecten van publieke omroepen konden combineren met de financiële kracht van commerciële omroepen onderzochten we een groot aantal modellen en opties. Het resultaat is een hybride omroeporganisatie die door zowel de overheid als particuliere investeerders wordt gefinancierd, waardoor zij niet alleen onafhankelijk is van de commerciële eisen van adverteerders, maar ook van de overheidsinvloed op publieke omroepen.

WETV is een vennootschap die eigendom is van en werkt via twee aparte bedrijfs-onderdelen: de op winst gerichte en met aandelenkapitaal gefinancierde WETV Network Inc., en WETV Foundation, een non-profitorganisatie die samenwerkt met overheidsinstellingen, donororganisaties, instellingen van de Verenigde Naties en particuliere stichtingen. De belangrijkste aandeelhouder van de op winst gerichte onderneming is WETV Network Inc., en van de non-profitorganisatie WETV Foundation.

Voor de financiering van WETV zijn er zowel in de startfase als op de langere termijn hoofdzakelijk twee bronnen van inkomsten. In de eerste plaats zijn er de instellingen uit de publieke sector die de ontwikkeling van de omroep financieel hebben gesteund door de aankoop van blokken zendtijd. Ze kunnen deze tijd zelf invullen en gebruiken voor een effectievere wereldwijde distributie van programma's over lokale, regionale en mondiale onderwerpen die ze hebben gekocht of zelf geproduceerd.

De tweede bron van inkomsten wordt gevormd door de opbrengsten van zes minuten reclame per uur in programma's die niet zijn geproduceerd door de partners uit de publieke sector, maar zijn ontworpen en ontwikkeld door WETV Network zelf.

WETV Network besteedt geen geld aan de opzet van volledig uitgeruste eigen studio's, maar werkt met onafhankelijke producenten en productiebedrijven die we de afgelopen 20 jaar goed hebben leren kennen. Zij zijn afkomstig uit een groot aantal landen, waaronder ontwikkelingslanden. Dank zij deze werkwijze kunnen we vanuit de historische en sociale achtergrond van jonge, ambitieuze en creatieve medewerkers een grotere verscheidenheid aan gezichtspunten bieden.

De personen die hebben meegewerkt aan de oprichting van WETV hebben jarenlange ervaring in de ontwikkeling en leiding van omroeporganisaties. Zelf heb ik de in Canada gevestigde Vision Television opgericht, die volgens het bovengenoemde model bijna tien jaar succesvol heeft geopereerd op de binnenlandse markt, vooral in samenwerking met verschillende religieuze partners. Veel internationale organisaties die met WETV samenwerken, erkennen het belang van samengaan van particuliere financiering met initiatieven uit de publieke sector. WETV heeft hiervoor in de omroepwereld een model ontwikkeld.

In september 1995 zijn het model en de formule van WETV getest door middel van een proefuitzending vanuit Beijing in China, in samenwerking met de Vierde Conferentie over Vrouwen en Ontwikkeling van de Verenigde Naties. WETV combineerde live-uitzending van de conferentie in Beijing met een programmamix van meer dan 25 internationale ontwikkelingsorganisaties. De programma's werden per satelliet doorgegeven naar 34 omroeporganisaties, die meer dan 50 landen bestreken. Het doel van deze test was om aan te tonen dat dit op een zeer efficiënte financiële basis mogelijk was.

Het is natuurlijk niet de bedoeling dat WETV alleen programma's naar satellieten uitzendt, maar ook om op efficiënte en effectieve wijze een zo groot en gemêleerd mogelijk publiek te bereiken. Hiertoe heeft WETV contacten gelegd met bestaande omroeporganisaties en kabelexploitanten over de hele wereld.

Tijdens de beginfase zal WETV deze omroeporganisaties één uur zendtijd per week leveren, die ze binnen hun programmering kunnen inpassen. Later zal dit worden verhoogd tot een uur en vervolgens tot twee uur per dag. Natuurlijk is het zo dat hoe meer uren WETV levert, hoe minder omroeporganisaties in staat zullen zijn het volledige aanbod uit te zenden. Daarom tracht WETV met kabelexploitanten tot een akkoord te komen over een eigen kanaal, of directe satellietuitzendingen te verzorgen over de hele wereld. Ook al zou WETV erin slagen via een eigen kanaal uit te zenden, dan nog zal zij doorgaan met het doorgeven van programma's aan bestaande omroeporganisaties, inclusief publieke omroepen, die behoefte hebben aan de programma's, de extra stimulans en de samenwerking die WETV kan bieden.

WETV voerde in samenwerking met de Habitat II-Conferentie in Istanbul, Turkije, in juni 1996 een tweede preview-experiment uit. Voor, tijdens en na dit experiment legde WETV contacten met Apple Computers om via Internet toegang te krijgen tot het World Wide Web. Het publiek kon voor het eerst bij een wereldconferentie onder auspiciën van de Verenigde Naties programma's zien die direct betrekking hadden op de conferentie, en via Internet feedback geven en in discussie treden met deelnemers aan de conferentie. WETV gaf tijdens de programma's die zij via de satelliet aan haar partners doorgaf informatie over haar Website en maakte video-opnames met regeringsleiders, plaatselijke functionarissen en andere deskundigen, zodat zij die on line contact hadden de deelnemers konden zien en met ze konden communiceren. Het Apple/WETV Website werd via Internet geraadpleegd door bijna 50.000 personen per dag, afkomstig uit niet minder dan 79 landen over de hele wereld.

Op 15 oktober 1996 begon WETV regelmatig programma's door te geven, allereerst aan ongeveer twintig aangesloten organisaties die hadden meegewerkt aan de experimenten vanuit Beijing en Istanbul. Deze eerste programma's waren gericht op ontwikkelingslanden in Afrika, Latijns-Amerika, het Caribisch Gebied en de Aziatische landen aan de Grote Oceaan. Ze werden aangeboden in het Engels, Frans en Spaans, en enkele in het Portugees.

WETV kent twee soorten programma's, die we Mosaic (Mozaïek) en Cornerstone (Hoeksteen) hebben genoemd. Mosaic-programma's worden geproduceerd door onze internationale partners en gaan voornamelijk over onderwerpen die verband houden met duurzame ontwikkeling. Cornerstone-programma's zijn meer gericht op cultuur en amusement, inclusief wereldmuziek en een programmamix voor kinderen en jongeren. Het is de bedoeling dat 30 procent van de programma's op kinderen en jongeren zal worden gericht. Bovendien streeft WETV ernaar zoveel mogelijk vrouwen in dienst te nemen en voelt zij zich sterk betrokken bij onderwerpen die te maken hebben met vrouwenemancipatie.

In ieder land waar WETV afspraken maakt met partnerorganisaties trachten we met behulp van onafhankelijke producenten en van publieke of commerciële omroepen het niveau van de producties te verhogen. Hoe de opbrengsten worden verdeeld, wordt voor ieder geval apart bekeken. Om in ieder land afzonderlijk een doeltreffender ontwikkeling van programma's te stimuleren, zoekt WETV via haar partners in de publieke sector naar methoden om noodzakelijke technologische vernieuwingen en bijscholing te financieren. Tegelijkertijd zoekt WETV via haar partners naar manieren om een evenwichtig samengestelde mix van omroepen en het publiek toegang te verschaffen tot de diensten van Internet. WETV tracht via Internet feedback te krijgen over haar programma's en zo inzicht te krijgen in de vraag aan welke programma's behoefte bestaat. Ten slotte heeft WETV goede contacten met een aantal regionale non-gouvernementele organisaties, om te komen tot onderzoek naar doelgroepen en verspreiding, naar programma's waar behoefte aan is, en om kijkonderzoek te verrichten.

Samengevat: WETV is een vennootschap waarvan de partners onder andere internationale organisaties zijn die zich bezighouden met menswaardige ontwikkeling, bestaande omroepen op nationaal niveau, kabelsystemen en directe satellietuitzendingen, de satellietindustrie zelf, investeerders uit de particuliere sector, adverteerders en een aantal non-gouvernementele organisaties.

Een van de partnerorganisaties, die speciaal voor dit doel is gecreëerd, is een uniek Inter-organisatorisch Comité onder auspiciën van de Verenigde Naties. Dit comité is in het leven geroepen om WETV te ondersteunen en te onderzoeken hoe instellingen van de Verenigde Naties optimaal kunnen deelnemen aan en profijt trekken van dit initiatief. Het comité bestaat uit tien hoofden van instellingen, te weten:

  • Carol Bellamy algemeen directeur, Kinderfonds van de Verenigde Naties (UNICEF)
  • Nitin Desai ondersecretaris-generaal, Departement voor Beleidscoördinatie en Duurzame Ontwikkeling
  • Jacques Diouf directeur-generaal, Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO)
  • Elizabeth Dowdeswell ondersecretaris-generaal en algemeen directeur, Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP)
  • Noeleen Heyzer directeur, Ontwikkelingsfonds voor Vrouwen van de Verenigde Naties (UNIFEM)
  • Jose Ayala Lasso Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor Mensenrechten
  • Federico Mayor directeur-generaal UNESCO
  • Wally N'Dow assistent-secretaris-generaal, Centrum voor Woon- en Leefmilieu van de Verenigde Naties (UNCHS) en secretaris-generaal van Habitat II
  • Nafis Sadik algemeen directeur van het Bevolkingsfonds van de Verenigde Naties
  • Samir Sanbar uitvoerend secretaris-generaal voor Openbare Informatie
  • James Gustave Speth hoofd Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP)
  • Mark Malloch Brown vice-voorzitter Externe Betrekkingen en VN-zaken, Wereldbank

WETV is een nieuw type omroeporganisatie met de kenmerken van een publieke omroep, maar met een hybride vennootschapsstructuur die is ontleend aan de ervaringen van omroepen die zich richten op specifieke doelgroepen. WETV maakt gebruik van nieuwe digitale technologieën en richt zich op een kostendekkende werkwijze. WETV is niet bedoeld om te concurreren met of de plaats in te nemen van bestaande publieke of commerciële omroepen, maar is veeleer een alternatief voor deze omroepen. Zij ontwikkelt een nieuw type aantrekkelijke programma's, samen met en via haar partners en met medewerking van ondergewaardeerd talent dat overal ter wereld aanwezig is.

Hierboven heb ik iets gezegd over de grote invloed die eigendom en macht kunnen hebben op het product dat wordt ontwikkeld en uitgezonden. Hoe onafhankelijker het product is van zowel overheidsfinanciering als reclame-inkomsten, des te meer mogelijkheden er zijn om nieuwe programma's te ontwikkelen, waaruit een bredere interessesfeer en ruimere zienswijzen spreken en waarin de belangrijkste waarden van publieke omroepen tot uitdrukking komen. Dat is het doel van WETV. Een van haar andere doelstellingen is om in ieder land in samenwerking met omroepen en producenten programma's van hoge kwaliteit uit te zenden, die op publieke dienstverlening zijn gericht. Alleen al een grotere deelname van getalenteerde vrouwen zou ertoe bijdragen om de programma's van WETV een heel eigen karakter te geven. De betrokkenheid bij programma's voor kinderen en jongeren vereist dat er nieuwe modellen voor het maken van programma's worden ontwikkeld, die tegemoet komen aan de behoeften van de jeugd in de 21ste eeuw.

Enkele concluderende opmerkingen

WETV is hier gepresenteerd als een creatief antwoord op de toekomstige behoeften die de Commissie in haar rapport schetst. WETV pretendeert niet om meer te doen dan één mogelijkheid te scheppen om voort te bouwen op bestaande ervaringen in de omroepwereld, met als doel de bevordering van een betere toegankelijkheid, een grotere verscheidenheid aan culturele perspectieven en op de mens gerichte creativiteit. Als er een groot aantal partners kan worden gevonden die elk op hun eigen manier hun bijdrage leveren, heeft dit initiatief kans van slagen.

   

Challenges of a media-rich world