Discussie over De noodzaak tot Pluralisme Deelnemers:
Dragan Klaic, directeur Theater Instituut
Nederland, Nederland (DK), Allister Sparks,
journalist, directeur Institute for te Advancement of Journalism, Zuid-Afrika
(AS), Josette Feral (JF) Zaal: Een vraag aan meneer Sparks, over de Zuidafrikaanse situatie. Belangwekkend is zijn standpunt over cultureel relativisme en cultureel pluralisme. Relativisme betekent dat je niet geïnteresseerd bent in de ander, en pluralisme dat je dat juist wel bent. De basis in Zuid-Afrika is de grondwet, opgesteld volgens de rechten van de mens. Men moet tolerant zijn tegenover andere culturen. Mijn vraag: gaat pluralisme samen met mensenrechten op universele basis, of kan pluralisme ook zonder mensenrechten bestaan?
|
|
||||||||||||||||||||||||||
Sparks: Pluralisme en mensenrechten zijn zeker verenigbaar. Pluralisme
accepteert - in tegenstelling tot relativisme - dat verschillende culturen
naast elkaar bestaan, zonder de verschillen tussen die culturen te ontkennen.
In Zuid-Afrika waren de verschillende bevolkingsgroepen economisch met elkaar
verweven, terwijl ze toch langs elkaar heen leefden. Er was geen contact,
er was geen enkel inlevingsvermogen.
Universalisme in de extreemste vorm ontkent culturele verschillen; momenteel begint men het belang van culturele verschillen in te zien. Je kunt ze niet negeren, want dat leidt tot conflicten als in voormalig Joegoslavië. Je ziet het ook in het voormalige communistische blok, waar men ook zijn best deed om juist op verschillen geen nadrukte leggen. In Zuid-Afrika legde men juist wel grote nadruk op de verschillen. In dienst van de onderdrukking.
|
|
||||||||||||||||||||||||||
Zaal: Mijn vraag over de mensenrechten heeft u nog niet beantwoord. Zijn
mensenrechten absoluut of moet het pluralisme culturen tolereren waarin mensenrechten niet
worden erkend? Sparks: Mijn antwoord is: nee, ik hoef uw intolerantie niet te tolereren. Pluralisme is niet onverenigbaar met mensenrechten. De verklaring van de rechten van de mens is trouwens een van de grote verworvenheden van onze tijd. Voordien is er nooit een wereldomvattend idee geweest. Gisteren hebben we in de discussie van mevrouw Hassan dit punt een beetje omzeild. ik vind het jammer dat er een tendens is om de waarde van de mensenrechten te relativeren. Ongeveer 190 landen, ook naties die niet bij de opstelling ervan waren betrokken, hebben de verklaring ondertekend. Dat is toch een opmerkelijk resultaat. Landen vinden het nog steeds niet prettig als ze beschuldigd worden van schending van de mensenrechten. Uit de discussie van gisteren kwam het idee naar voren dat we van voren af aan zouden moeten beginnen. Religieuzer. Ik vind dat jammer. Laten de religies op hun eigen terrein aan het werk gaan. Zaal: Mijn interpretatie van de discussie van gisteren is een beetje anders. Mevrouw Hassan ontkende de waarde van de verklaring niet, maar wilde een stap verder gaan. Zaal: Mijn vraag heeft te maken met de onderhandelingscultuur. Wat zou u, meneer Sparks, een Europeaan die werkzaam is in een internationale instelling adviseren? Hoe moeten de onderhandelingen tot stand worden gebracht? Sparks: Wat dacht u van: samen uit eten gaan? Zaal: Velen beschouwen UNESCO als een laboratorium. De organisatie moet het rapport van de wereldcommissie gebruiken om een cultuur van vreedzame onderhandeling te promoten. Kunnen we Zuid-Afrika niet als voorbeeld nemen of is het een speciaal geval? Welke les, meneer Sparks, heeft Zuid-Afrika voor de rest van de wereld? Waar ging het goed en waar fout? Sparks: Zuid-Afrika is in bepaalde opzichten zeker succesvol, maar laat ik beginnen met een voorbeeld te noemen waar het niet goed is gegaan: de Zulu's. De belangrijkste les van Zuid-Afrika is de therapeutische werking van onderhandelingen. In Zuid-Afrika moest wel worden onderhandeld. Geen van de partijen durfde de onderhandelingen af te breken, omdat er voor hen geen alternatief was. Wat we in Zuid-Afrika hebben geleerd, is hoe dit proces zelf kan leiden tot begrip, tot empathie. De onderhandelingen, in het begin stiekem en verborgen, hebben ongeveer negen jaar geduurd. In het begin beschouwden de mensen elkaar als monsters, maar er was geen mogelijkheid om aan elkaar te ontsnappen. Ook als mensen geen vrienden van elkaar werden - dat gebeurde soms ook - ontstond uiteindelijk toch begrip voor elkaars standpunten. Zuid-Afrika is zo het voorbeeld van een onderhandelde revolutie geworden.
|
|
||||||||||||||||||||||||||
Klaic: Zuid-Afrika is inderdaad een zeer speciaal geval. Zaal: Het gaat om de politieke context van interculturalisme. Men zegt vaak dat een dialoog tussen Europese en Arabische landen niet mogelijk is, omdat ze teveel van elkaar verschillen. De asymmetrie van de macht is te groot. Europa brengt telkens de mensenrechten ter sprake. Mevrouw Féral, hoe kan dit probleem opgelost worden? Moeten we het niet eerder hebben over neo-liberalisme, over democratie? Féral: U stelt de vraag aan iemand die zich bezighoudt met kunst. En kunst heeft toch geen macht? Ik spreek over kunst, omdat de aandacht voor kunst niet in verhouding staat tot die voor media. In de kunst is er nog steeds de discussie over Kunst met de grote K en kunstnijverheid. Kunstenaars proberen daar van af te komen. Interculturalisme is de situatie waarin de een op de ander reageert. In de kunst staan de verschillende praktijken tegenover elkaar. Er is een machtsverschil en de oplossing daarvoor is de vreemde cultuur te integreren in de eigen cultuur. Door een buitenlandse cultuur niet langer als buitenlands te zien. Klaic: Kunst zelf zorgt voor een gemeenschappelijke basis, voor het opheffen van blokkades. Buiten de artistieke context gezien is het gemakkelijker om een gemeenschappelijke basis te vinden in kleine zaken, makkelijker dan - op nationaal niveau - een gemeenschappelijke basis voor de grote vraagstukken. In het geval van het Joegoslavische conflict heb ik wel eens gedacht dat veel voorkomen had kunnen worden als bijvoorbeeld Kroatische en Servische postbodes als postbode tegen postbode met elkaar hadden gesproken. Zaal: India had weinig macht tegenover de Britse koloniale overheersers. Ghandi is iemand die met succes de kracht van cultuur wist te mobiliseren. Landen die weinig economische macht hebben, zijn enthousiast over de kracht van cultuur. Economie en cultuur zijn echter twee verschillende werelden. Zaal: Anil Ramdas zei in de discussie van gisteren dat kunstenaars geen belang hebben bij het rapport en het niet moeten lezen. Hoe ziet u de komende vijf à tien jaar de verantwoordelijkheid van cultuur- en kunstonderwijs? En dan niet alleen in de westerse wereld. Klaic: UNESCO heeft het rapport nu gepubliceerd en vertaald, maar moet het ook nog distribueren. Helaas heeft UNESCO op het gebied van distributie van belangwekkende rapporten een slechte reputatie. Graag wijs ik op een aanvullend rapport waaraan de Raad van Europa werkt. (Het is op te vragen bij DECS). Als ideeën eenmaal op papier zijn gesteld, lopen ze het risico te verstoffen in een bureaulade. Kunst heeft een functie, er is een beweging vanuit de kunst naar de sociale omgeving. Talloze zwakkere groepen in Europa - werklozen, vluchtelingen, druggebruikers, ouderen, zieken, noem maar op - kunnen via het theater hun problemen een stem geven. Het theater zorgt voor de erkenning van hun belang door andere groepen in de samenleving. Wat nodig is, is een andere houding tegenover theater en culturele instellingen. Het vak kunstenaar moet opnieuw gedefinieerd worden. In West-Europa gebeurt dat nog niet veel, maar het moet wel. Vergelijk dat eens met Oost-Europa waar het gewone repertoire afneemt en er steeds meer aandacht is voor het sociale debat. Féral: Ik sluit me aan bij Anil Ramdas: een kunstenaar heeft het rapport niet nodig - hoewel het rapport lezen geen kwaad kan. Kunst is altijd al multicultureel van zichzelf. Interculturalisme blijft ook niet tot Europa beperkt. Ik ben het ook in Azië tegengekomen. Daar zie je hoe de westerse cultuur benaderd wordt vanuit oriëntaals perspectief. Voor een westerling is dat misschien niet altijd leuk, maar wel interessant. Klaic: Kunstenaars zoeken naar nieuwe vormen van interculturele produkties. Een produktie uit Amsterdam of Rotterdam in Polen of in Engeland op de planken brengen is een vorm die beperkingen kent. Men zoekt het nu in complexere vormen van samenwerking, bijvoorbeeld producties met buitenlanders en in verschillende talen, waarin zo de taalbarrière ter discussie wordt gesteld. Zaal: Anil Ramdas vergat gisteren twee belangrijke woorden. Hij had moeten zeggen voor de kunstenaar 'als kunstenaar' is het rapport niet van belang. De kunstenaar is echter ook lid van de samenleving en heeft in die hoedanigheid een politieke taak. Verder merk ik op dat kunst, net als religie, ook een negatieve rol kan spelen. Er zijn verschillende manieren om kunst te gebruiken, dus kunstenaars moeten het rapport zeker lezen.
|
|
||||||||||||||||||||||||||
Klaic: Historici, linguïsten en kunstenaars horen tot de groepen die de oorlog
in Joegoslavië hebben voorbereid. Andere groepen hebben hem uitgevoerd.
|
|
||||||||||||||||||||||||||