radio africa

Radio en muziekindustrie

In Afrika is muziek altijd sociaal commentaar geweest - een manier om berichten uit de samenleving naar de koningen en chiefs te sturen, kritiek te leveren op mensen en hun streken, en ook goede en wijze raad te verstrekken. Radio kwam pas met de koloniale tijd en aanvankelijk werd daar vooral Europese muziek op uitgezonden. Maar de variatie werd allengs groter, mede dankzij de lokale platenproductie in veel landen, waaronder Kenia en Congo.

Na de onafhankelijkheid gingen sommige overheden er toe over om voor kortere of langere tijd voor te schrijven wat voor muziek men in het nieuwe nationale belang diende te maken. De radio was daarbij een belangrijk doorgeefluik.
Het verst daarin gingen Mali en Guinee, die niet alleen het draaien van Franse chansons verboden, maar tegelijk ook de opkomst van een op eigen bodem bedachte muziek stimuleerden. Cordes Anciennes, een plaat met prachtige koramelodieën was jarenlang de muzikale handtekening van Mali. Guinee beleefde een bloeiperiode van nationale orkesten die zijn weerga in de moderne tijd vrijwel nergens ter wereld kent. De radio speelde de nieuwe muziek continu.

Succes komt nu via airplay op de commerciële radiostations en dat heeft in een aantal landen met een beginnende muziekindustrie, zoals Mali en Senegal, invloed op de verkoop van vooral cassettes. Daar staat tegenover dat radiostations zich erg weinig aantrekken van de verplichting tot het betalen van royalties aan artiesten van wie ze platen draaien. Net als de studio’s zijn die stations vaak in handen van rijke zakenlui, die vinden dat een artiest allang de handen dicht mag knijpen als z’n plaatje op de radio komt.

Vandaar dat muzikanten met een beetje naam en geld hun eigen faciliteiten opzetten: Youssou N’Dour en Baaba Maal in Dakar, Salif Keita in Bamako... Voor hen is het economisch belang van muziek evident en hetzelfde geldt voor hun veel minder bekende collega’s. Wie wil overleven heeft een exportmarkt nodig, bij Westerlingen en Afrikanen met geld in het buitenland Mali heeft van muziek zelfs exportartikel nummer 1 gemaakt, waardoor groepen en artiesten het hoofd boven water kunnen houden, terwijl ze anders allang taxichauffeur of portier waren geworden.

Maar er heerst een merkwaardig fenomeen: Orchestre Boabab, Tinariwen, en veel andere grote namen in het Westen doen er in Afrika nauwelijks toe. Omgekeerd is de allergrootste pan-Afrikaanse hit van de laatste twintig jaar, Vulin ‘dlela, een leuk niemendalletje van de overleden Zuid-Afrikaanse ster Brenda Fassie, in Europa onder de liefhebbers van Afrikaanse muziek vrijwel onbekend.
En de megaklapper van West-Afrika is en blijft een bloedcommercieel werkje over een bevallige jongedame die een eenvoudige pompbediende volledig negeert, totdat hij schatrijk wordt met een liedje dat hij geschreven heeft. Drumcomputertje, synthesizers, simpel melodietje, niets aan de hand. Premier Gaou van Magic System, een het kwartet uit Abidjan, Magic System werd er schatrijk mee en de gelikte videoclip haalde zelfs MTV. In West-Afrika was het nummer niet van de radio te branden,  de “echte” liefhebbers in het Westen halen er hun neus voor op.

BRAM POSTHUMUS

Links

Cordes Anciennes op Mali-Music.com

Youssou N’Dour

Baaba Maal

Salif Keita

Tinariwen

Brenda Fassie op Voice of Africa Radio

Magic System op RamDam

 

radioos