Abiy Demilew Tefera studeerde journalistiek in Noorwegen en Zuid-Afrika, waarna hij in Ethiopië bij de krant Addis Zena werkte. In 2005 richtte hij zijn eigen productiebedrijf op. Hij is werkzaam in de film- en muziekwereld.

Abiy Demilew Tefera: “Aan marketing schort nog veel”

november 2009 -

Op zijn visitekaartje staat een spreuk van Haile Selassie: "Als we er niet in slagen ons te verenigen zal de geschiedenis ons zeker niet vergeven, want zij zal ons nooit een andere kans geven." Voor Abiy Demilew Tefera lijkt die boodschap een belangrijke motivatie om zich aan te sluiten bij het ARTerial Netwerk. De Ethiopische promotor en producer vertegenwoordigt zo'n vijftig artiesten uit de film- en muziekwereld in zijn land, waaronder Munit Mesfn en Hade Haile. "We hebben een sterke culturele traditie maar aan marketing schort het nog veel. In het westen kennen mensen de muziek uit Mali, maar niet zozeer uit Ethiopië. Wij zijn nooit gekoloniseerd geweest; andere landen hebben het privilege om via hun voormalige koloniale heersers westerse markten te bereiken."

Munit + Jorg: Noro Noro: Video van Abiy Demilev

Contacten leggen en uitzoeken hoe de Afrikaanse kunstwereld werkt vormden het hoofddoel van Abiy tijdens de conferentie in Johannesburg. "Het ARTerial Netwerk helpt ons enorm om naar buiten te kunnen treden. Er valt ook veel te leren van hoe andere landen hun culturele bedrijven hebben opgebouwd. In Zuid-Afrika zijn die heel sterk. In Ethiopië kun je de filmsector nog geen industrie noemen. Maar mensen stellen eigen producties op prijs. Er zijn veel kansen. Alleen weten we nog niet goed hoe het precies werkt en via welke kanalen we ons cultureel potentieel kunnen tonen. Dat is de belangrijkste bijdrage van het ARTerial Netwerk: openingen maken. Als ik een tentoonstelling van sculpturen naar Senegal wil brengen, heb ik nu de juiste contacten."

Abiy werkte in 2005 nog als journalist bij de krant Addis Zena. "Ik zag toen hoe groot de kloof was tussen de media en de kunstwereld. Muziek en cinema kregen de meeste aandacht; andere kunstvormen bleven onzichtbaar. Ik zorgde ervoor dat we over alle kunstdisciplines schreven, inclusief recensies. In korte tijd werd mijn krant heel populair. Kunstenaars belden mij; ze erkenden dat ik iemand was die iets van kunst afwist. Dat was voor mij een enorme drijfveer om meer te doen voor de kunsten. We hebben bijvoorbeeld een organisatie opgericht die opkomt voor de bescherming van auteursrechten. Dat is in Ethiopië is een belangrijke kwestie. Alleen vorig jaar al zijn zeven productiebedrijven failliet gegaan als een gevolg van piraterij. We lobbyen bij de regering en vinden steeds meer gehoor. Een groot succes was dat we geld wisten te krijgen van het Ministerie van Cultuur om met dertig kunstenaars naar het FESMAN (World Festival of Black Arts) in Senegal te gaan. Dat was een dramatische ommekeer."